We zijn vanochtend om 10:40 vertrokken vanaf Schiphol en 10 uur later in Salt Lake City geland. Een uurtje voordat we aankwamen vlogen we langs Grand Teton:
a
Vlakbij Salt Lake City zag je de zoutvelden en Great Salt Lake liggen.
Om 12:50 stonden we aan de gate en om 13:15 waren we al buiten om een huurauto uit te zoeken. Het was te vroeg om te kunnen inchecken. Dus zijn we kort bij de Gateway Mall gaan kijken.
Daar was niet heel veel de doen, de Olympic Legacy Snowflake Fountain vond het ook warm:
Een kunstige muur in de Gateway Mall:
Je ziet het wel vaker in de VS. En ze hebben blijkbaar wel betonmolens, maar gebouwen zijn allemaal van hout:
Na het inchecken meteen maar even naar het zwembad in gegaan. Wel lekker met 35 graden!
’S avonds zijn we met een elektrisch stepje naar het centrum gegaan. Ze hebben hier een kleine Hall of Fame van Utah Sports. De Hall of Fame-bal van Karl Malone, The Mailman:
Twee gesigneerde jerseys, van de twee bekendste sporters die in Utah speelden: John Stockton en Karl Malone van de Utah Jazz in de jaren 90:
Vanaf het museum zijn we nog even door de City Creek Mall gelopen. Overdekt en met een hoop water dus redelijk cool. Bij Seven Brothers, uit Hawaii hebben we een lekker burgertje en een Pabiolo: gebakken aardappels, onionrings, ananas en bacon. En saus, erg veel saus:
Daarna zijn we we nog even bij Temple Square gaan kijken, maar helaas staan bijna alle gebouwen hier tot 2026 in de steigers:
Dus toen zijn we via de Delta Arena, jawel, die van de Utah Jazz:
Teruggereden naar het hotel. Ze hebben hier in de stad een aantal grote kunsterwerken op muren. Deze is van een Amerikaan, @srilart:
SLC Pepper, van Jan Haworth:
Dag 02 - Salt Lake City
Redelijk geslapen de eerste nacht hier. Een keer wakker om half twee en toen rond half vijf. Ze hebben hier wel een mooie oplossing voor die honderden TV-zenders. De News Mix, 6 kanalen tegelijk:
Vanochtend hebben we een tour bij de Rio Tinto Kennecottmijn gedaan, Het is een van de grootste kopermijnen ter wereld. Je kan met een shuttlebusje naar de rand van de mijn rijden, waar een kleine tentoonstelling is.
Als je een heel eind inzoomt, dan zie je dat er op de richels van die 'kleine' wagentjes rijden:
Met zulke grote banden, die meer dan 1000 kilo per stuk wegen:
De mijn is geopend in 1903, toen hadden ze ook dit soort machines nog niet:
Van de mijn zijn we naar het Petroliana Museum in Provo, Utah gereden.
Ze hebben hier een verzameling oude benzinepompen en reclameborden.
We dachten dat het een museum was, maar de borden bleken op het terrein van een garageboxverhuurbedrijf te staan. Met een hek ervoor.
Er reed toevallig net iemand voor ons die hek hek open deed, dus daar zijn we maar achteraan gereden. Eenmaal binnen konden we foto’s maken en een beetje rondkijken. Alleen toen kwamen we er niet meer uit. Dus dat was opnieuw even wachten tot er iemand naar buiten reed en hop: erachteraan.
De volgende stop was in Springville, Utah, bij het Legends Motorcycle Museum.
Ze hebben hier meer dan 120 oude motoren staan.
Oude vliegtuigjes, ooit gebruikt als reclamemateriaal denk ik, of wellicht een trapauto voor kinderen:
Een oude motor van Evel Knievel, Color Me Lucky:
En een motor waarmee ze op de Bonneville Salt Flats hebben geracet. De 1998 Harley Davidson Streamliner California Fritz:
Deze was de E.J. Potter Widowmaker. Er zijn rond 1960 drie wereldrecords voor snelheid mee gevestigd:
Deze was ook wel mooi, met 4 motors en dus ook 4 uitlaten. De Electric Chair, gebouwd door Mike Fitzgerald in 1968. Gebaseerd op een Indian motor uit 1939:
Tussen de middag een broodje bij Firehouse Subs:
Deze brandweerwagen kwamen we bij een supermarkt tegen:
Net voordat het helemaal los ging. Dikke hoosbuien:
Op de snelweg zagen we opeens een Tesla Cybertruck rijden:
Dus toen zijn we maar eens naar een dealer toegereden, om er een van dichtbij te bekijken:
Van buiten vind ik het nog wel een geinig ding, maar van binnen stelt het weinig voor:
’S Middags zijn we bij The Outlets at Traverse Mountain gaan kijken.
Een mural in Salt Lake City, op weg terug naar het hotel:
Dag 03 - Salt Lake City & Park City
Vanochtend zijn we nog even bij Temple Square gaan kijken. De SLC temple werd geopend in 1893. Schijnbaar vonden ze het tijd om hem eens grondig te verbouwen, want hij blijft tot 2026-2027 gesloten:
Met een beeld van de engel Moroni op de top. Het beeld is ruim 4 meter hoog en zit vast aan een 8 meter lange paal met 2000 kilo contragewicht die in de toren steekt:
Het kantoorgebouw van de LDS-kerk is zo’n beetje het enige gebouw dat niet in de steigers stond:
Op de hoek bij South Temple staat het Eagle Gate Monument:
Oorspronkelijk stond er een houten adelaar bovenop, maar die is ooit vervangen door de huidige bronzen versie die 2000 kilo weegt en een spanwijdte heeft van ruim 6 meter:
Een kunstwerk tegenover het Capitolgebouw. “A Path Forward”, uit 2020. Het is gemaakt om te herdenken dat vrouwen toen 150 jaar stemrecht hadden:
De State Capitol of Utah is gratis toegankelijk en geopend op zondag. Wat hier niet heel gangbaar is. Het gebouw is 123 meter breed, de buitenkant is gemaakt van graniet uit Utah:
De State Capitol is gebouwd in 1888 toen Salt Lake City 20 hectare grond beschikbaar stelde aan de Territory of Utah. Buiten wapperen de vlaggen. De vlag van Utah is in 2023 opnieuw ontworpen:
Het wapen van Utah:
Binnen waren een paar tentoonstellingen. Een over de geschiedenis van het gebouw. Deze schoenen uit 1914 werden in een van de balustrades gevonden tijdens een renovatie in 2006:
Een andere tentoonstelling ging over films die in Utah zijn opgenomen: “Utah. America’s Film Set”. Ze hadden allerlei props en afbeeldingen. Zoals van Independence Day, die deels is opgenomen op de Bonneville Salt Flats:
De revolver van Clint Eastwood uit The Outlaw Josey Wales:
En een vaag kostuum uit “Plan 10 From Outer Space” uit 1995:
De koepel, met stukken marmer en een 1500 kilo wegende kandelaar:
Een afbeelding van de “Naming of Ensign Peak”, bij het ontstaan van Salt Lake City:
Een foto van de dome van recht eronder:
De kamer van de Senaat. De senaat bestaat uit 29 leden die elke 4 jaar worden gekozen.
En een ontvangstkamer. De meubels zijn bijna allemaal geïmporteerd vanuit Europa.
Een paar beelden langs de wanden:
En de mooie marmeren hal:
Toen we naar buiten liepen waren ze bezig met een fotosessie:
Het leek voor een quinceañera; de vijftiende verjaardag die latina’s groots vieren:
Aan het eind van de ochtend zijn we naar het Utah Olympic Park in Park City gereden. Het park is gebouwd voor de winterspelen van 2002:
Ze zijn er de hele dag door aan het oefenen op de schans:
En vliegen soms aardig hoog door de lucht:
Daarna zijn we nog even bij de outlet gaan kijken. En bij de Walmart om wat spullen in te slaan voor de komende 10 dagen in Grand Teton & Yellowstone. ’S avonds nog even wezen shoppen in een dorpje boven Salt Lake City. Bricks & Minifigs, een winkel met Legospullen:
"I Hate People" onderaan je nummerplaat. Gezellig!
Grand Teton bier:
Nog een Tesla Cybertruck:
En het avondeten, bij In-N-Outburger:
Dag 04 - Op weg naar Grand Teton
Vandaag een aardig lange rit gehad. Van Salt Lake City naar Colter Bay Village. We zaten rond 07:45 in de auto. Na een uur of twee rijden kwamen we bij Bear Lake aan:
Een korte pitstop voor een jalapeno-cheese hotdog:
Het is een watersportgebied waar het vooral 's zomers druk is. Maar de jeugd hier gaat sinds vandaag eer naar school, dus is is lekker rustig cruisen door de bergen. De regio bij het meer staat bekend om de frambozen milkshakes. Geen idee waarom, want er groeien hier geen frambozen. Maar de shakes zijn lekker!
Na een half uurtje langs Bear Lake te hebben gereden kwamen we in Paris, Idaho aan. Hier staat een oude mormoonse tabernacle uit 1888. We stonden geparkeerd voor de deur nog even te kijken of we naar binnen zouden gaan, toen er op het raam geklopt werd.
Een oud mannetje dat rondleidingen gaf. Dus tsja. Dan kan je moeilijk nee zeggen. De stenen waar de tempel van is gebouwd komen uit een stuk grond dat bijna 30 kilometer verderop bij het meer ligt. Ze hebben er 20 jaar over gedaan om ze te verzamelen en zijn er 1200 keer voor op en neer gegaan met paard en wagen.
Een kilometer of 20 verder ligt het volgende Frans klinkende dorp, Montpelier.
Hier is in het gebouw van een oude bank uit 1891 een museum gevestigd.
Butch Cassidy en z'n gang hebben de bank op 13 augustus 1896 overvallen. Het is het enige bankgebouw in de VS dat door Butch Cassidy is overvallen dat nog bestaat.
Binnen hebben ze een cel uit die tijd nagemaakt:
Afton, Wyoming. Het dorpje ligt op 1929 meter hoogte. In het centrum staat een boog gemaakt van 3111 wapitigeweien over US Highway 89 heen:
De Star Valley Wyoming Temple of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints. Een beste mond vol:
Tussen Afton en Jackson reden we een heel stuk achter een Airstream aan:
Jackson Square, met op elke hoek van het plein een boog van geweien:
Bij Grand Teton zijn we bij de Blacktail Ponds Overlook gaan kijken.
Beneden liep een eland rond, grotendeels verstopt tussen de struiken:
Een stukje verderop was er een kleine file door bizons die de weg over staken:
Oxbow Bend is de meest gefotografeerde plek in het park. Snake River met Mount Moran op de achtergrond.
Bovenop de 4199 meter hoge Grand Teton ligt de Teton Gletsjer.
Na een klein zandweggetje van 1,5 kilometer kwam je bij de Cattleman’s Bridge Road. Aan het einde kom je bij de Snake River uit. Het was hier heerlijk stil.
Net na 4 uur hebben we ingecheckt bij Colter Bay Village. We slapen hier 3 nachten in een cabin:
De eerste cabins zijn in 1957 geopend. En ze zijn nog steeds vrij basic. Maar het voordeel is dat je wel meteen “in” het Nationale Park bent. De cabin waar wij in slapen is in 1922 gebouwd. Hij stond eerst bij de Amoretti Inn, een paar kilometer verderop.
’S Avonds zijn we naar de Jackson Lake Lodge gereden om te eten. In de centrale lodge hebben ze hier een fantastisch uitzicht door de hoge ramen:
Een lokaal biertje:
Na het eten hebben we een tijdje aan de rivier gezeten. Klapstoeltjes mee en een beetje kijken:
Op weg terug naar de cabines mooie zonsondergang:
Dag 05 - Grand Teton
Heerlijk geslapen in het park. Lekker rustig in de cabin. We waren rond half zes wakker en zijn toen maar op pad gegaan.
Bij Jackson Lake Dam kwam de zon net op:
Toen we onderweg waren naar Oxbow Bend begon het een beetje te betrekken. Dat leverde wel een mooie regenboog op:
Oxbow Bend, mooie kleuren zo vroeg in de ochtend:
Toen we een bocht doorreden sprong er opeens een coyote de weg over. Hij liep een beetje te zwalken, vrij mager beestje:
Het voordeel van dat vroege opstaan is dat het nog heel rustig is overal. Rond half negen hebben we een kort rondje bij de Colter Bay Marina gelopen:
De Lake Shore Trail is 3,6 kilometer lang en loopt voor een groot deel langs Jackson Lake:
En een paar stukken gaan door het bos:
Onderweg lag er een hert te chillen op een grasveldje:
En er kwamen regelmatig eekhoorns voorbij rennen:
’S middags zijn we een stukje gaan rijden. Het uitzicht vanaf de Jackson Lake Dam:
Even verderop kwamen we langs de Chapel of The Sacred Heart:
Het kerkje is gebouwd in 1937:
Het glas in loodraam:
Deze Coca Cola truck stond bij een General Store:
Je hebt hier regelmatig files op de weg. Dan is er doorgaans wild te zien. In dit geval een groot hert dat langs de weg stond te grazen:
Of een stelletje wapiti die de weg over staken:
Op weg naar Jenny Lake & String Lake:
Alle parkeerplaatsen waren vol, dus we hebben een rondje of 4 moeten rijden om een plek te vinden. Dat leek niet te lukken, dus toen heb ik ‘m maar hier neergezet. Paste precies:
String Lake is een van de ondiepere meertjes in Grand Teton. Je kan hier zwemmen, als is het water nog steeds vrij koud:
Een kleine vlinder:
En een vage dikke rups:
We dachten dat de String Lake Trail een vlak rondje van 6 kilometer zou zijn, maar je bleek ook een aardig eindje omhoog de berg op te moeten:
Ruim twee uur later waren we weer terug bij de auto. Na zoveel hard werk hadden we wel een hotdog verdiend.
Op weg terug naar Colter Bay stond er opnieuw een kleine file. Toch maar even gaan kijken wat er allemaal aan de hand was. Er bleek een eland ergens onderaan de heuvel in het gras te liggen. Een behoorlijk eind weg, dus heel veel was er niet van te zien:
’S avonds zijn we bij de Pioneer Grill bij de Jackson Lake Lodge gaan eten. Een oude diner met internationaal personeel. Onze ober kwam uit België, maar woonde op de Canarische Eilanden.
Grappig versierde containers:
Tegen zondersondergang bij Oxbow Bend. Mooi glad water, op een paar kringen van vissen na:
En de zonsondergang bij de Colter Bay Marina, op weg terug naar ons huisje:
Dag 06 - Grand Teton
Vanochtend zijn we rond 05:30 de deur uit gegaan. Het was nog donker en nog wat mistflarden onderweg:
We zijn eerst naar Mormon Row gereden, om zonsopkomst te kijken. We waren er rond 06:15, dat bleek wat aan de vroege kant.
Rond 1890 kwamen de eerste settlers uit Idaho aan bij het stuk dat nu Mormon Row heet. Er werden 27 huisjes gebouwd, omdat de grond hier vruchtbaar was. Door de kanalen die ze toen gegraven hebben loopt nu nog steeds water naar de akkers toe.
We waren overigens niet de enigen die zo vroeg waren:
Tegen 7 uur zijn we verder gereden. We waren net weer terug op de grote weg toen er een eland overstak:
Dit is een van de mooiste uitzichtpunten van Grand Teton, bij Schwabacher Landing:
Iets verderop liepen nog twee elanden: een moeder met een jong:
Gisteren reden we langs Jenny Lake en toen stonden de auto’s een kilometer voor de parkeerplaats langs de weg. Dus vandaag wilden we op tijd zijn. Dat is gelukt; rond 8 uur liepen we langs het meer te wandelen. We waren nog maar net op weg toen ik opeens een beer zag:
Het bleek een kleine zwarte beer te zijn.
Dat was wel een aparte ervaring. Hij sjokte vrolijk langs de waterkant en verdween verderop om de hoek. Wij moesten dezelfde kant op, dus ik dacht ‘m misschien verderop weer tegen te komen, maar achter ons liep een club bejaarden die met veel geschreeuw en een koeienbel op pad waren om de beren toch vooral weg te jagen.
Dus vanaf toen werd het vooral genieten van het uitzicht:
Tot we de bejaardensoos gelost hadden, toen kwam er weer wat wild tevoorschijn!
Na een kilometer of 4 lopen kom je bij een riviertje uit:
En nog een meter of 500 verderop komt je uit bij Hidden Falls:
Mooi uitzicht over het meer:
Jenny Lake is een van de meestbezochte gebieden in Grand Teton National Park. Je kan met een kleine shuttleboot het meertje over. Toen we net vertrokken waren kwam er een hert de struiken uitgerend:
Mooie bloemen langs de weg:
Vanaf Jenny Lake zijn we terug naar Colter Bay gereden. Onderweg zijn we nog even gestopt bij het Mount Moran viewpoint:
En een mooi overzicht van de bergen:
’S avonds zijn we naar Jackson Hole gereden. Eerst een kleine opstopping door een paar bisons die over we weg heen liepen. Eentje met een vogel op z’n rug:
Aan de overkant stonden een heleboel paarden in het veld. Je waant je echt een beetje in het wilde westen zo:
In Jackson Hole zijn we met de gondola naar boven gegaan. Daar hebben ze in de zomer op woensdagavonden live muziek bij The Deck:
Een beetje country-achtige muziek was het. Best gezellig. Ze vroegen wel 10 dollar voor een biertje. Later kwam ik erachter dat Jackson Hole een van de rijkste gebieden van de VS is, met een gemiddeld jaarinkomen van $320.000. Een gemiddeld huis kost hier $7.000.000. Dan klinkt 10 dollar voor een bier al minder spannend.
Op weg terug naar Colter Bay stonden er opeens allemaal auto’s langs de weg. Mensen met verrekijkers en telelenzen. Bleek er een familie beren een heuvel aan het beklimmen te zijn:
Dat was een mooie afsluiter van Grand Teton.
Dag 07- Op weg naar Yellowstone
Vanochtend toch nog een kort rondje gewandeld bij Grand Teton. 5 kilometer, om 7 uur ’s ochtends.
Die bordjes zijn meestal spannender dan het lijkt, al hebben we gisteren gezien dat er wel echt beren rondlopen…
De zon komt net op, erg mooi bij zo’n klein meertje, Swan Lake:
Heron Pond met de Tetons op de achtergrond.
Er stonden twee Sandhill Cranes, die beesten maken aardig veel herrie! Het oudste fossiel dat van deze kraanvogel is gevonden is 2,5 miljoen jaar oud. Ze kunnen zo’n 35 jaar worden:
Aan US Highway 191 heb je hetzelfde uitzicht als op de voorkant van een Kanye West CD:
We zijn nog even bij Cunningham Cabin langsgegaan. Dit is een van de oudste cabins in Grand Teton. Hij is in 1888 gebouwd, toen de eerste 400 mensen hier een stuk grond hebben geclaimd.
En toen naar Solitude Float, om een stukje over de rivier te gaan in een rubberbootje. We werden met een auto 10 mijl verderop gedropt, bij Deadman’s Landing. Vanaf daar drijf je over de Snake River terug naar Moose Landing.
In de boom zaten een paar Golden Eagles. Dit zijn de grootste adelaars in deze regio:
En we hebben meerder Bald Eagles gezien. Vaak in de top van een boom:
Een beetje loeren en wachten tot ze zin hebben om een visje te vangen. Bald Eagles bouwen nesten die 2,5 meter breed kunnen worden en 500 kilo wegen:
De Snake River, met op de achtergrond de Teton Mountains.
Ansel Adams maakte in 1942 een foto van deze plek, maar dan van bovenaf, toen de bomen nog niet zo hoog waren.
Het ruikt de laatste dagen soms wat naar rook in het park. Er blijkt een eind verderop, sinds 17 augustus, een beste brand te zijn. Er is inmiddels 8000 hectare bos afgebrand:
Bij de ingang van het park:
Bij Menor’s Ferry Historic District. Rond 1892 was hier de eerste ferrydienst over de Snake River:
En er stond nog een oud huisje: The Maud Noble Cabin, die hier sinds 1917 staat. Hier werd in 1923 de eerste aanzet gegeven om een nationaal park te stichten op deze plek:
Het eerste kerkje is hier in 1925 gebouwd. De Chapel of Transfiguration:
Een mooi raam:
Presidenten Jimmy Carter en Bill Clinton hebben hier een dienst bijgewoond. Geen straf, met dit uitzicht:
Tegen twee uur zijn we naar Yellowstone gereden. Net na de ingang van het park heb je mooi zicht op de Lewis River die door het dal stroomt. De rivier is een aftakking van de Snake River:
Omdat we pas om 16:00 kunnen inchecken zijn we eerst naar het West Thumb Geyser Basin gegaan. De warmtebron van deze geysers ligt relatief dicht aan de oppervlakte (3 kilometer):
De Bluebell Pond:
Bij de fishing cone kookten ze vroeger vissen die ze in het meer vingen. Tegenwoordig is vissen hier verboden:
De Black Pool, die nu vooral erg blauw is. Tot 1991 was het water koeler zodat er bacteriën konden groeien, waardoor het water donkergroen tot zwart leek:
De randen zijn wel mooi om te zien:
Dit was The Abyss Pool, 15 meter diep en 77 graden celsius. Dus helaas niet geschikt om een duik in te nemen:
Bij de General Store hadden ze een flinke verzameling speciaalbiertjes. In Grand Teton hadden ze die ook al, maar daar verkochten ze vreemd genoeg overal alleen maar sixpacks. Dat schiet niet echt op, als je ze allemaal wilt proberen:
’S avonds hebben we nog even bij de Main Lodge gezeten, beetje mensen kijken, met uitzicht op het meer:
Dag 08 - Lake Lodge Yellowstone
We zitten in een cabin achterop het park, naast een stuk bos. Het uitzicht vanuit de cabin:
Vanochtend wilden we een stuk richting Canyon Village rijden. We zaten nog geen 10 minuten in de auto toen het begon te regenen:
De bisons zijn hier ook op tijd wakker en die bikkelen vrolijk door in de regen:
Vlakbij Canyon Village ligt de Grand Canyon of The Yellowstone. Je kunt hier via twee wegen langsheen rijden en stoppen bij een aantal viewpoints. We hebben eerst de North Rim Drive gereden. Tegen de tijd dat we daar kwamen klaarde het op. Het eerste viewpoint was Lookout Point, met uitzicht op de Lower Falls:
Je kunt vanaf hier ook goed de kleuren van de rotsen zien:
Vanaf Inspiration Point heb je uitzicht op de canyon, die is uitgesleten door de Yellowstone River. De canyon is 40 kilometer lang en 300 meter diep. De Yellowstone River is meer dan 1000 kilometer lang.
Bij de Brink of Upper Falls heb je drie verschillende platformpjes. Bij de middelste zie je het water aankomen:
En bij de onderste zie je het vervolgens over de 33 meter hoge waterval naar beneden donderen:
Na de North Rim Drive hebben we de South Rim Drive gereden. Dit was Canyon Overlook, ook wel Upper Falls View genoemd:
Aan het einde van de South Rim Drive ligt Artist Point. Vanaf hier heb je mooi uitzicht op de Lower Falls, die 100 meter hoog zijn. Ze noemen het artist point omdat hier vroeger, ruim voordat er camera's waren, schilders kwamen om het uitzicht vast te leggen:
Vanaf de North Rim Drive kan je via een kilometerlang pad bij de bovenkant van de Lower Falls uitkomen. Vanochtend was het weer daar niet naar, maar misschien morgen:
Op weg terug kwamen we langs Hayden Valley. Dit was de oude rivierbodem van Lake Yellowstone, toen het meer nog veel groter was:
De East Caldron, aan de overkant van de rivier:
’S middags hebben we nog een rondje gewandeld over Storm Point Trail. De route is zo’n 4 kilometer lang en loopt langs de Indian Pond:
En verderop kom je langs Lake Yellowstone. Het is soms net alsof je op de Veluwe loopt:
’S avonds zijn we bij de Lake Lodge wat gaan eten. Het gebouw en de cabins eromheen zijn in 1920 gebouwd:
Na het eten begon het opeens als een gek te stormen en te hagelen:
Een half uurtje later was het weer droog, de auto was wel flink vies geworden:
We zijn nog een rondje gaan rijden in de hoop wild te zien bij Lamar Valley:
Vlakbij het hotel was het meteen prijs:
Deze stond zo dicht langs de weg dat het leek alsof hij in de auto stond:
En een stukje verder stond er nog een:
Soms moet je wel goed kijken, want ze zijn aardig gecamoufleerd:
Dag 09 - Yellowstone Norris Geyser Basin & Artists' Paintpots
Ik stond vanochtend om half 7 bij het meer, om te kijken of de zonsopkomst nog een beetje mooi zou zijn:
Het meer lag nog grotendeels in de mist:
De Lake Lodge in alle vroegte:
Terug bij de cabin stond Valeri naar de herten te kijken. Die lijken hier ’s ochtends vroeg over het park te struinen. Zo rond half 8 lopen ze langzaam terug de bossen in:
Rond 8 uur zijn we gaan rijden. Er hangt nog mist boven de rivier:
Een behoorlijk groot spinnenweb, gelukkig was de spin nergens te bekennen:
Bij Hayden Valley hangt er een band van mist boven de vallei:
Dat is wel een mooi gezicht, met de bisons die in de mist lopen:
En twee bisons die stonden op te warmen in de zon:
Er stak er een de rivier over, geen idee hoe ze zwemmen, maar het zag er mooi uit:
’S ochtends zijn we naar Norris Geyser Basin gegaan. Dit is het heetste en zuurste geyserbassin van Yellowstone. Het ligt op de kruising van drie breuklijnen en is een actief aardbevingsgebied. Je kunt hier 2 rondjes lopen. We zijn eerst langs de Back Basin gegaan, daar zie je verschillende geysers. In de Emerald Spring zit veel zwavel, de gele kleur zorgt ervoor dat het water groenig lijkt. De pool is 8 meter diep:
De Steamboat geyser is de hoogste geyser in Yellowstone. Bij een uitbarsting spuit hij water 90 meter hoog de lucht in. Helaas is het niet mogelijk te voorspellen wanneer deze opnieuw zal uitbarsten. De laatste keer was op 15 juli.
De Cistern Spring, de gekleurde rand wordt gevormd door algen en bacteriën:
Echinus is een zure geyser. Hij bevat ijzer, silicium en arseen. Bij elke uitbarsting blijven er een kleine roestkleurige stukjes achter:
Crater Spring:
De Puff ’N Stuff Geyser is constant aan het uitbarsten. De stoom waaide mooi onze kant op. Alle geysers meuren naar rotte eieren:
Even zwaaien naar de Blue Mud Steam Vent:
De Yellow Funnel Spring:
De Vixen Geyser lag er aardig dood bij. Deze geyser barst een aantal keer per dag uit, en schiet daarbij water van 90 graden 1 tot 6 meter de lucht in:
Veteran Geyser is ook bijna constant water aan het spuwen. Eens in de zoveel tijd schiet hij water 12 meter de lucht in, om het vervolgens weer een tijd rustig aan te doen:
Minute Geyser deed het vroeger, je verwacht het niet, elke minuut. Maar vroeger lag deze geyser aan de doorgaande weg door het park. Bezoekers gooiden er stenen in en nu is er weinig van over:
Vanaf de Back Basin zijn we naar de Porcelain Basin gelopen, hier vind je nog een paar geysers en een grote vlakte met gekleurde plassen. De Ledge Geyser kan water 40 meter de lucht in schieten. Hij is op het moment inactief en blaast alleen stoom af, wat wel een mooie regenboog oplevert:
Sunday Geyser, met erg helder water, waardoor je de bodem bijna kunt zien:
Een overzicht van Porcelain Basin:
En een close-up van een van de watertjes:
Toen we weer in de auto zaten, op weg naar de Artists’ Paintpots, zagen we deze langs de kant van de weg: Chocolate Pot:
Een stukje verderop kwam een bizon ons tegemoet lopen. Toch maar even de auto stilgezet!
Bij de Paintpots kan je een 1,6 kilometer lang pad lopen langs de verschillende bezienswaardigheden.
Onder de grond zit kokend water. Van bovenaf komt hier regenwater en smeltwater bij, dat vormt de modderige bende:
Een overzichtsfoto van de Artists’ Paint pots:
Bubbelende modder:
Flash Spring, met water dat de hele tijd omhoog borrelt:
De Blood Geyser, door de hoge ijzerwaarde van het water kleurt hij rood:
Je rijdt hier door de bergen op 2400 meter hoogte. De meeste bomen die je ziet zijn Lodgepole Pines.
Ze hebben een dunne bast die slecht bestand is tegen vuur. Maar de dennenappels zijn gesloten met een hars dat smelt bij een brand en daarbij zaden vrijgeeft die soms jarenlang zijn opgesloten.
Op weg terug kwamen we langs de Sulphur Caldron. Een groot deel van Yellowstone ligt in een oude vulkaankrater van 50 bij 70 kilometer groot. De Sulphur Caldron is 10x zo zuur als citroensap en ligt op de rand van een van de actiefste gebieden van Yellowstone’s vulkaan.
Een paar honderd meter verderop ligt de Mud Volcano Area. De eerste ontdekkers van Yellowstone omschreven dit als een angstaanjagende plek:
In dit gebied vind je de Dragon’s Mouth Spring, zo genoemd door een Europese Amerikaan die het in 1912 ontdekte. De grot maakt een rommelend geluid en met de stoom die eruit komt lijkt het inderdaad alsof er een draak in ligt te snurken:
De Mud Volcano schoot in 1870 nog modder tot in de boomtoppen. Tegenwoordig bubbelt hij een beetje:
Langs de weg ligt nog de Mud Caldron, dit lijkt een groot moddermeer te zijn:
Op weg terug naar het hotel zijn we nog gestopt bij de Lehardy Rapids: een kleine versnelling in de rivier waar je soms zalmen omhoog kunt zien zwemmen:
Ik zat tijdens het rijden langs de rivier de hele tijd naar de boomtoppen te kijken om te zien of ik nog een Bald Eagle kon spotten. En dat is gelukt. Je moet aardig goed kijken, want je ziet vaak alleen z’n witte kop. Dit is wat je ziet:
Maar met een verrekijker en een beetje inzoomen:
Na het eten zijn we nog een rondje gaan toeren. Bij Hayden Valley stonden een hoop mensen met verrekijkers en scopes:
Naja, door een verrekijker kan je het goed zien, maar je krijgt ze echt niet op de foto van zo’n afstand. Er liepen 3 coyotes door het veld, deze vlek was er 1 van:
Op weg terug liep er weer een bizon langs de weg, die krengen zijn echt slecht te zien als het donker wordt:
Terug bij de Lake Lodge liepen een paar herten. Een maffe Chinees klom ervoor op het dak van z’n, waarschijnlijk, huurauto:
Gewoon erheen lopen was schijnbaar teveel moeite:
Dag 10 - Op weg naar Roosevelt Lodge
Gisteravond heb ik om half elf nog een tijdje in het gras bij het meer gezeten. Yellowstone is ’s nachts vrijwel helemaal donker:
Met de app Photopills kan je zien waar de Melkweg zich bevindt. Statiefje erbij, 30 seconden foto en voila:
Het irritante was dat er steeds auto’s langskomen, dus al met al heb ik een half uur in dat gras gezeten:
Bij het uitchecken bleek dat ze vandaag kerst vieren in Yellowstone. Schijnbaar waren er begin 1900 op 25 augustus een paar reizigers komen vast te zitten door de sneeuw. Ze besloten toen maar een kerstboom op te tuigen en er een gezellige avond van te maken. Sindsdien is het hier traditie:
Vandaag verder een rustig dagje gehad. We moesten om 11 uur uitchecken in Lake Lodge en kunnen pas om 16:00 inchecken bij Roosevelt Lodge. Het is een uurtje rijden. Dus besloten we maar om de was te gaan doen. Ondertussen ben ik naar de Brink of The Lower Falls gegaan. Dit was een aardige klim. 600 meter naar beneden en daarna hetzelfde stuk weer omhoog.
Het uitzicht was het meer dan waard. Wat een enorme kracht heeft dat water:
Vanaf het pad zag je in de verte de Upper Falls:
Rond een uur of 12 zijn we op pad gegaan. Nog even kijken bij de bisons, die lagen lekker te chillen:
Een familiefoto?
De volgende stop was bij Washburn Hotsprings Overlook. Je hebt hier mooi overzicht over de bergen. Rechts op de foto ligt Hayden Valley.
De rit gaat over de Dunraven Pass.
Een mooie route met een aantal uitzichtpunten:
De pas ligt op 2706 meter hoogte en is onderdeel van de Grand Loop Road.
Een stuk stuk verderop ligt een van de mooiere watervallen van Yellowstone. De Tower Fall is voor het eerst gefotografeerd in 1871. Op basis van deze foto en anderen uit het gebied die ze terugbrachten naar Congress Of Tower Fall werd besloten om van Yellowstone een Nationaal Park te maken.
Van bovenaf heb je mooi uitzicht op de kronkelende rivier:
Iets verderop was een stop met uitzicht op Calcite Springs, dat genoemd is naar de witte kristallen die het gebied bedekken. Het gebied zelf is afgesloten, maar je kunt er vanaf de Calcite Springs Overlook op uitkijken.
Onderaan zit een kleine warmwaterbron:
Deze rotsen waren van basalt:
Vlak voordat we bij de Roosevelt Lodge aankwamen stond er een coyote in het gras naast de weg:
Het zijn grappige beesten, ze zitten een beetje in de grond te wroeten en dan springen ze met 4 poten tegelijk de lucht in om hun prooi te vangen.
Iets verderop stond er een Pronghorn. Deze schijnen familie te zijn van de giraffe:
Om 14:15 hadden we een stagecoach ride geboekt. Je gaat hier op een ouderwetse koets met twee paarden een stuk door de graslanden van Yellowstone heen. De paarden werden net opgehaald:
De koets stond al klaar:
De rit duurde een uur. De paarden liepen vrij sloom, maar op sommige stukken deden ze een tussensprintje.
Je kwam door dit soort landschappen heen:
Wel een leuke ervaring. Je krijgt een beetje een idee hoe de eerste bezoekers van het park hier 140 jaar geleden werden rondgereden.
Vroeger reden ze met 4 of 6 paarden. Ze deden er toen een week over om het park te bezoeken. Vanaf 1915 kwamen mensen met hun auto naar het park. Auto's en paarden reden toen samen op dezelfde weg. Dat leverde aardig wat ongelukken op. En sinds 1916 zijn stage coaches uit het park verbannen. In 1950 werden westerns populair. Toen hebben ze de stagecoaches weer teruggebracht. De gele waar wij nu in rijden is een replica van een originele koets.
Een paar cowboys:
Eenmaal terug bij Roosevelt Lodge konden we inchecken. We slapen hier 2 nachten in een roughrider cabin: twee bedden. Een kacheltje en dat is het. Back to basic dus. De lodge is in 1906 gebouwd:
De auto lijkt haast groter dan de cabin:
Bij het hoofdgebouw kan je mooi buiten op een schommelstoel op de veranda zitten:
Een beetje naar chipmunks kijken:
Het eten bij de lodge is goed te doen, bison nacho’s:
’S avonds zijn we naar Lamar Valley gereden. Soda Butte, een berg kalk, ruim 100 jaar geleden gevormd door een spring:
Hordes bizons langs de weg:
Deze stond ons een tijdje aan te kijken…
… blokkeerde even de weg, en liep vervolgens door:
Een bizon in de bergen:
Moeder met kind:
Soms liggen ze gek te doen in de modder:
En soms zijn het kontenkussers:
We zagen langs de weg opeens een heleboel mensen stilstaan. Even uitgestapt en toen hoorden we dat er wolven gezien waren. We hebben een tijdje staan turen door een verrekijker, maar konden ze zelf niet vinden. Totdat iemand met een spotterscope zei dat we daar doorheen mochten kijken. En ja hoor: 4 wolven, 3 zwarte en een normale. Ik heb daarna nog eens zitten turen maar met een verrekijker zijn ze echt niet te zien.
Zonsondergang bij Lamar Valley:
Een bison traffic jam op weg terug:
Rainy Lake, de laatste stop op weg terug naar de cabin:
Dag 11 - Mammoth Hot Springs
Er zit een kacheltje in het huisje en we zagen gisteravond een paar “aanstellers” extra dekens halen. Dat bleek dus geen aanstelleritis te zijn: ’s ochtends was het een graad of 6 binnen. Het tochtte een beetje door de kieren van de cabin heen. Deze hoek van het park ligt redelijk van de bewoonde wereld af. Geen wifi, geen mobiel signaal. Alleen satelliet:
Aangezien we toch wakker waren zijn we nog een keer naar Lamar Valley gereden:
Valeri, is het warm buiten?
We hadden gehoord dat je hier wolven en grizzles zou moeten kunnen zien in de ochtend. Dus wij een beetje rondkijken, verrekijker erbij. Niks te zien:
Door een verrekijker zag je dit:
Naast ons stonden toevallig dezelfde twee gasten met hun vader uit Boston te kijken. Die zeiden dat er een beer bezig was een bisonkarkas leeg te eten, met een paar wolven erbij. Of we ook even wilden kijken?
Filmpje:
Ze hebben de wolven in 1995 opnieuw uitgezet in Yellowstone. Ze komen uit Canada.
Er was eerst een hoop protest, maar uiteindelijk bleek het goed voor het park en voor de beren die er leven: wolven jagen op hun prooi, grizzlies vreten vaak de leftovers op.
We zijn nog even terug naar de lodge gegaan om te ontbijten:
Cowboybreakfast:
En toen zijn we gaan rijden, eerst langs de petrified tree. Deze versteende redwood laat zien dat er hier vroeger een warmer en vochtiger klimaat was. Zo’n 50 miljoen jaar geleden is er door een vulkaanuitbarsting een heel bos onder de modder terecht gekomen:
Floating Island Lake, een mooi meertje langs de weg:
De volgende stop was Mammoth Hotsprings, in het noordwesten van het park. De rots aan het begin van het park noemen ze de Liberty Cap:
Je kunt over een 2 kilometer langs boardwalk lopen, langs de verschillende kleurige rotsen:
Echt heel apart om te zien, een paar meter verder zijn de kleuren weer net iets anders:
De rotsen dampen een beetje:
Bij deze hotsprings komt het water uit de grond en neemt daarbij de kleurige limestone mee naar boven:
Er vormen kleine badjes:
Je ziet goed dat het water warm is:
Op weg naar de Canary Spring wordt het allemaal een stuk witter:
De Canary Spring, geen idee waarom deze zo heet, er zit weinig geel in:
Twee uitgedroogde bomen:
Dit gaat in een behoorlijk tempo, dus het landschap zoals het er nu uit ziet kan er in de toekomst heel anders uitzien.
Palette Spring, een van de mooiere delen:
De kleuren lopen hier over van rood naar wit aan het eind:
Cleopatra Terrace:
Vlakbij Mammoth Hotsprings ligt Fort Yellowstone. Dat klonk behoorlijk cool. Dus ik verwachtte een mooi kasteel, dikke muren eromheen. Nou, niks van dat al. Een houten gebouwtje:
Het postkantoortje was wel mooi:
Gardiner, Montana ligt een minuut of 10 buiten het park. Ze hebben daar een aardige supermarkt dus daar zijn we even heengereden voor boodschappen. Het landschap is wel mooi daar:
Beneden staat de Yellowstone Arch:
Op weg terug zijn we langs de Undine Falls gereden.
Er stond hier weer zo’n Pronghorn langs de weg. Deze beesten schijnen 80 kilometer per uur te kunnen rennen en dat een kilometer of 6 op 50 kilometer per uur te kunnen volhouden:
Een stukje verderop lag Wraith Falls. Je moest ongeveer een kilometer wandelen om er te komen. De wandeling was leuk, de waterval viel wat tegen:
Daarna zijn we nog over de Blacktail Plateau Drive gereden: een dirt road van een kilometer of 10 door de bossen. Dat was te zien:
Na het eten dachten we een rondje te kunnen wandelen, maar helaas was het pad gesloten:
Dus toen moesten we eerst een stukje rijden, om alsnog het pad te kunnen volgen. Het begon mooi:
Een kilometertje lopen door de velden:
En dan kwam je bij een klein meertje uit:
Wel mooi zo, met de laaghangende zon:
Op weg terug stond er een bison midden op het pad, dus toen moesten we half door de bosjes om terug bij de auto te komen.
Deze raaf zat een tijd lang op een paaltje te wachten:
Wyoming nummerplaten, met een cowboy erop:
Terug bij de Roosevelt Lodge:
Dag 12 - Op weg naar Old Faithful
Gisteravond zou het mooi helder zijn, dus een tijdje liggen wachten…
Tot tegen 22:00, en toen nog maar eens buiten gaan kijken. Hier hadden ze gelukkig een stoep in plaats van een grasveld waar je kon gaan zitten. In een half uur heb ik 1 vallende ster gezien. En uiteraard opnieuw de Melkweg. Op de meeste plaatsen ter wereld is er teveel lichtvervuiling en wordt het niet donker genoeg. Ik had vooraf al even zitten kijken en er zouden hier 5 nachten zijn dat de melkweg zichtbaar is. Dan moet je nog mazzel hebben dat er geen wolken zijn:
Het was weer enorm koud, dus vanochtend hebben we de kachel maar eens aangemaakt:
Te koud om buiten te zitten, maar toch wel mooi om even een foto van te maken:
Er liepen herten tussen de huisjes:
En deze kwam angstig op ons af lopen, uiteindelijk liep hij toch maar langs ons heen. Een beetje zoals wij met die bizon gisteren:
Een laatste ontbijtje bij de Roosevelt Lodge en toen zijn we op pad gegaan richting Old Faithful.
Een kort rondje tussen de gigantische hoodoos:
Een stukje verderop ligt The Golden Gate, een bekende brug in Yellowstone. De weg is een aantal keer verlegd. De staan verplaatsen ze steeds mee:
Rustic Falls, net door de bocht bij The Golden Gate is een meter of 14 hoog:
Een korte zijweg leidt naar de Sheepeater Cliff. Een klif van basaltstenen. Hij is genoemd naar de Tukudika indianen die hier vroeger leefden en schijnbaar van Bighorn Sheep hielden:
Er zouden hier marmotten moeten zitten, die hebben we niet gezien. Wel een eekhoorn:
Swan Lake Flat, zou een mooi uitzichtpunt voor wildlife spotting moeten zijn. Er was nu niet veel te zien, op een paar zwanen na:
Roaring Mountain, die de hele dag stoom afblaast. De berg was vroeger actiever dan nu en het geluid van de berg was kilometers ver te horen.
Beryl Spring ligt direct aan de weg, het water loopt eronderdoor. De temperatuur ligt tussen 87 en 92 graden:
De rivier aan de overkant, met gigantische rotsen:
Gibbon Falls is 25 meter hoog.
De Firehole Falls is een 13 meter hoge waterval. Vlakbij is de Firehole Swimming Area, waar je in de rivier kunt zwemmen. Ondanks de naam is het water is hier overigens gewoon koud.
Over koud gesproken, we hebben een handig koelkastje voor onderweg:
Rond de middag hebben we de Fountain Paint Pots Trail in Lower Geyser Basin gelopen. De bomen die hier ooit stonden zijn inmiddels dood:
Dit is de Cilex Spring, naar de grote hoeveelheid silicium die er in het water zit, dat op de oevers terecht komt:
De bron heeft mooie kleurrijke randen:
De Fountain Paint Pot, waar dit gedeelte van het park naar vernoemd is. De rode kleur komt door oxidatie in de modder:
De Red Spouter, een soort grot die rookt spuugt:
Clepsydra Geyser, deze was erg mooi, met die gele rotsen eronder. De geyser ging non-stop door:
Onderweg zagen we nog een paar kraanvogels:
En een mooi meertje langs de weg:
Dit is de Frying Pan Spring, waar zo te zien een boom in gekookt werd:
Een paar kilometer verder ligt Firehole Lake Drive. Aan deze weg liggen een aantal geysers. De eerste was de Great Geyser, die helaas maar 1 of 2 keer per dag uitbarst:
De White Dome geyser gaat elke 30 minuten. En hier hebben we op een stoeltje zitten wachten tot hij ging:
De bovenkant is mooi:
Rond half drie kwamen we aan bij Midway Geyser Basin, met de mooiste spring van het park. Het is hier altijd druk en we moesten dan ook even wachten voor we een parkeerplek hadden. Eenmaal geparkeerd is het een klein stukje lopen. Bij de rivier die ernaast ligt begint het al met mooie rode rotsen:
Excelsior Pool. Vanuit deze geyser loopt er 15000 liter water per minuut de Firehole River in:
Opal Pool:
Turqoise Pool, hij is een graad of 65:
En de mooiste van allemaal, de Grand Prismatic Spring:
Omdat je van beneden niet zo’n mooi overzicht hebt zijn we naar de parkeerplaats voor de overlook gereden. Vanaf daar kun je een route van een kilometer volgen en dan heb je heel mooi uitzicht. Onderweg kom je langs de Tire Pool:
Bovenop het platform kun je tussen de bomen door de Grand Prismatic Spring goed zien. De rode kleur komt van bacteriën:
Je ziet de mensen beneden op de boardwalk lopen. De spring heeft een diameter van 100 meter en is zo'n 40 meter diep:
Rond drie uur zijn we nog even naar de Black Sand Basin gegaan. Hier hadden ze ook een mooie verzameling. Green Spring, de grootste pool in Black Sand Basin:
Een groot meer, Sunset Lake:
De kleurrijke Rainbow Pool:
Cinnamon Spouter:
Emerald Pool:
De Cliff Geyser, die elke paar minuten uitbarst:
Van de andere kant:
Om vier uur kwamen we aan bij de Old Faithful Lodge. We konden meteen inchecken. We hebben een kleine cabin:
Het hoofdgebouw van de Old Faithful Inn is gebouwd in 1904.
Om 17:30 ging de Old Faithful geyser. Dus dan zit het meteen vol met publiek. De Old Faithful is de eerste geyser die een naam kreeg.
It spouted at regular intervals nine times during our stay, the columns of boiling water being thrown from ninety to one hundred and twenty-five feet at each discharge, which lasted from fifteen to twenty minutes. We gave it the name of "Old Faithful." — Nathaniel P. Langford, 1871
Dat vreemd genoeg beginnen te klappen nadat Old Faithful is uitgebarsten:
’S avonds zijn we nog een keer gaan kijken, je ziet hem meteen zodra je de deur uitstapt:
Hij gaat aardig los dit keer, een stuk hoger dan vanmiddag:
Rond 22:15, Old Faithful, met een beetje noorderlicht:
Dag 13 - Geysers, geysers, geysers
Vandaag hebben we bij het Upper Geyser Basin gewandeld. Dat is het gedeelte rondom Old Faithful. Ze voorspellen de eruptietijden van een aantal geysers, maar schijnbaar pas vanaf een uur of 7. We zaten tegen 06:30 klaar bij Old Faithful, maar toen was hij waarschijnlijk net geweest.
Na het ontbijt zijn we over de boardwalk gaan lopen. De eerste stop was de Castle Geyser. Deze geyser gaat 2x per dag, de eerstvolgende keer is middenin de nacht. De cone is waarschijnlijk duizenden jaren oud:
We hadden gezien dat de Daisy Geyser om 09:15 zou gaan. Dus zijn we eerst daarheen gelopen. In de kou: 7 graden met een gevoelstemperatuur van 1 graad, want het waaide als een gek.
Toen we langs de Grotto Geyser liepen ging die net af.
Ze denken dat deze geyser vroeger om dode boomstronken heen gegroeid is, vandaar de rare gaten die erin zitten:
Je ziet hier regelmatig van die mooie blauwe vogels, het schijnt een Mountain Bluebird te zijn:
De Crested Pool, een van de 10.000 hot springs in Yellowstone. Dit is wel een van de heetste, de watertemperatuur ligt op 93 graden. De pool is 13 meter diep.
Na een aantal andere namen te hebben gehad, heet hij sinds 1927 de Crested Pool, vanwege de rand om de geyser heen. In 1970 is er nog een 9-jarig jongetje in de pool verdronken:
Het landschap hier, overal zie je rookpluimpjes:
South Scalloped Spring:
Jelly geyser:
Sawmill Geyser is sinds 2017 niet meer uitgebarsten. De reden is onbekend want er is niks veranderd aan de oppervlakte:
Economic Geyser, zo genoemd omdat het meeste water dat hij uitspuit weer terugvloeit in het bassin:
Wave Spring:
Beauty Pool:
Chromatic Pool, die is verbonden met die hierboven:
Oblong Geyser, waar constant water uit lijkt te vloeien:
Shield Spring, met een doorsnee van 4 meter:
Giant Geyser, een van de grootste geysers ter wereld.
De Morning Glory Pool:
Dit lijkt een kleine versie van de Grand Prismatic Spring:
Daarna kwamen we langs de Riverside Geyser. Helaas was deze vanochtend al gegaan. De volgende planning was tussen 13:45 en 15:15 vanmiddag. Het is een van de meest voorspelbare geysers van Yellowstone.
Op weg terug naar de lodge kwamen we langs een aantal kleinere springs en Geysers. Ear Spring:
De Belgian Pool heette eerst de Oyster Spring. Hij is hernoemd nadat er in 1929 een Belg in is gevallen die is overleden.
Spasmodic Geyser:
Het ziet er een beetje uit als een spons:
Tardy Geyser:
Beach Spring:
Aurum Geyser, genoemd naar de goudkleurige binnenkant:
Doublet Pool:
Met enorm mooie kleuren:
Sponge Geyser:
Pump Geyser:
Teakettle Spring:
Vault Geyser:
Een bison met op de achtergrond Castle Geyser:
Depression Geyser, omdat de cone wat dieper ligt:
Lion Geyser, die brulde als een leeuw:
Beehive Geyser met Old Faithful Inn op de achtergrond:
Anemone Geyser, mooie kleuren:
Heart Spring, al zie ik die vorm er niet in terug:
Toen we net wilden parkeren bij de Inn ging de Beehive Geyser af. Hoewel de cone vrij klein is, is het een van de krachtigste geysers in Yellowstone. Hij schiet het water 60 meter hoog de lucht in:
Het postkantoor van Yellowstone:
Old Faithful, tussen de middag. Vroeger gebruikten ze de geyser als een wasmachine; kledingstukken werden erin gelegd tijdens de stille momenten, en als hij dan uitbarstte kwamen ze er schoon uit. Tenminste, de linnen en katoenen kledingstukken. Alles van wol werd verwoest door het warme water. Per uitbarsting wordt er zo’n 25.000 liter water de lucht ingeschoten. De gemiddelde uitbarsting is 44 meter hoog.
In de middag heb ik nog een rondje gelopen. De Grand Geyser stond gepland om 13:22 gepland en die begon mooi op tijd:
Daarna ben ik doorgelopen naar de Riverside Geyser. Deze zou om 14:30 moeten gaan. Het is lastig plannen want er zit zo'n 25 minuten speling in. Rond een uur of drie ging hij dan alsnog.
'S avonds zijn we naar de Great Fountain Geyser gegaan. Die zou om 17:55 moeten afgaan met +/- 2 uur speling. We zaten er rond 16:15, omdat hij de afgelopen dagen twee uur te vroeg zou zijn gegaan.
Uitbarstingen van deze geyser schieten 30 meter ver de lucht in. Een uitbarsting duurt tussen de 45 en 60 minuten. Het duurt zo’n 10-14 uur voordat de geyser opnieuw gevuld is. Een uurtje voor de uitbarsting begint de pool over te lopen.
De uitbarsting was wel spectaculair, mede door de net ondergaande zon:
Op weg terug zijn we nog even gestopt bij Biscuit Basin, waar pas een geyser ontploft is:
De weg is afgesloten, maar een foto kan altijd:
Nog even een blik op Old Faithful...
Dag 14 - Op weg naar Twin Falls, Idaho
Vannacht had het iets gevroren:
Lekker fris, bij Old Faithful Lodge:
Alles stoomt net even wat meer als het zo koud is:
We zijn vandaag naar Twin Falls, Idaho gereden. Bij de uitgang van Yellowstone stond de Madison Elk Herd te grazen.
Iets verderop stond er een langs file van auto’s die het park inkwamen. Het bleek dat er aan de bovenkant van een heuvel een beer liep:
Toen we een uur of twee onderweg waren hebben we de Mesa Falls Scenic Drive gereden, daarbij kom je langs de Upper Mesa Falls:
Bovenin een boom zat deze gier zich op te warmen in de zon:
In Idaho Falls zijn we bij de Firehouse Subs gaan eten:
“May I have a name for the order?” “Valeri”
Graffiti:
De Hansen Bridge die 130 meter boven de Snake River ligt:
Een behoorlijke kloof:
De Shoshone Falls. De waterval is 300 meter breed en ze zijn hoger dan de Niagara Falls. Wel een stuk minder indrukwekkend:
Bij Twin Falls zijn we naar de Evel Knievel Jump Site gereden:
Op 8 september 1974 wilde hij hier met zijn “Skycycle” over de Snake River Canyon heen springen met een snelheid van bijna 480 kilometer per uur:
De spong was zo’n 500 meter ver, en mislukte net omdat zijn parachute te snel uitklapte:
’S avonds zijn we bij een BBQ-restaurant gaan eten. We hadden alleen niet door dat die porties belachelijk groot waren:
Bij Target: Pepsi Nitro, schijn je goed koud te moeten drinken en hard in je glas te moeten gieten. Ik ben benieuwd:
Fanta Haunted Apple:
Het is hier al de hele dag flink heiig, door een paar grote bosbranden bij Boise in de buurt. Je kan gewoon in de zon kijken:
En de Peregrine Memorial Bridge is ook nauwelijks te zien, ook al staan we er redelijk in de buurt geparkeerd:
Een bijzonder Idaho-nummerplaat:
Dag 15 - Naar Boise, Idaho
Vandaag zijn we van Twin Falls naar Boise gereden. Een rit van 200 kilometer. We reden bijna de hele weg in de rook. Er is hier 90.000 hectare afgebrand en het schijnt nog door te gaan. Idaho is vooral landbouw, dus de hele weg ziet er zo’n beetje zo uit. Strobalen of akkers met aardappels:
Hoe is de lucht?
We zijn nog even door Balanced Rock Park gereden. De rots is 16 meter hoog en 13 meter breed, De basis is maar 1 meter bij 50 centimeter:
Wel een mooi park om doorheen te rijden:
Welcome to the City of Trees. En rook.
Bij het binnenrijden van Boise stond dit gebouw. De mural bevat symbolen van de staat Idaho en elementen van Boise:
Tussen de middag zijn we bij de wasserette geweest. Wishy Washy. Even wat kleren wassen.
Ze hadden een leuk kunstwerkje van de brandblusser gemaakt:
Een Back To The Future Mural:
Toen ik de foto hierboven ging maken liep ik over grasstrook van anderhalve meter, dacht ik. In allebei m'n voeten zaten opeens dikke doorns, dat bleken 'goatheads' te zijn. Ik had er gelukkig maar 3 of 4 in mijn schoenen, maar ze gingen door de zool heen dus dat was even pijnlijk:
We zijn bij het Idaho State Capitoolgebouw gaan kijken. Het gebouw komt uit 1920:
Met een adelaar op het dak. De adelaar is 1,5 meter hoog en weeg 125 kilo. Oorspronkelijk zou er een vlag bovenop het gebouw komen, maar tijdens de bouw werd besloten dat het een adelaar moest worden:
Een oud kanon in de tuin. Het is gebruikt in de burgeroorlog en komt uit Vicksburg, Mississippi.
Winged Victory, een replica van een standbeeld uit Griekenland:
George Washington Equestrian Statue. Het is uit hout gesneden:
Uitzicht vanuit het capitolgebouw, met de rook in de straten op de achtergrond:
De ontvangstkamer:
De dome:
Er was nog een grote kluis, met daarin een kleinere kluis die 1500 kilo weegt:
Uiteraard moet er een tegelvloer met een State Seal zijn:
Oude verkiezingsbuttons:
Een kopie van de Liberty bell uit Philadelphia:
Een standbeeld van een kleine wolkenkrabber, in dezelfde art deco stijl als het Empire State Building in New York:
Lunch bij Cupbop, Korean BBQ in a cup:
Freak Alley Gallery, in een steegje bij 9th Street. In 2002 is het eerste kunstwerk gemaakt en sindsdien is het steeds groter geworden:
Breaking Boise:
Mirrors:
Een stukje verderop was er een mural van Dolly Parton:
Bij de Walmart kan je vanaf $2.50 geld naar Mexico sturen. 13% van Idaho is latino:
Een Lunch Crock, om je eten onderweg op te warmen:
’S avonds nog even een bowl bij de Chipotle:
Op weg terug naar het hotel werd er een auto aangehouden, twee agentjes erbij, een was de auto aan het onderzoeken:
De zon, nog steeds wazig, dat zal de komende dagen wel zo blijven want er is nog geen regen in zicht:
Dag 16 - Boise
Een dagje in Idaho. Vanochtend zijn we naar het Warhawk Museum gegaan.
Het museum is in 1989 geopend, door een vliegtuigverzamelaar. Die beschilderde neuzen zijn echt indrukwekkend.
Door de jaren heen hebben ze steeds meer oorlogsspullen gekregen. Veel uniformen, van oud militairen. Ze hebben bij veel tentoonstellingen ook mappen hangen met het verhaal van de militair van wie het uniform was erbij:
Een oude driedekker. Een Fokker DR.1 uit Deutschland:
Ze hadden meerdere Purple Hearts, toegekend aan militairen die gewond of overleden zijn tijdens een actie tegen een vijand:
Mooie oude jasjes met emblemen:
Een Packard Eight uit 1930.
Er zijn er 15.371 van gemaakt. De auto kostte destijds $2385.
Een Duitse Luger P08:
Adolf het stinkdier:
Er hing een trouwjurk die was gemaakt van een zijden Japanse parachute die een Amerikaanse soldaat had meegenomen:
Een mooie patch:
Stinkdier:
Een Willy MB. Echt een heel klein Jeepje. Er zijn er 600.000 van gebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog:
Op de snelweg kwamen we deze tegen, een tankwagen van Stinker: de lokale convenience stores en truckstops.
’S avonds zijn we naar een wedstrijd van de Boise Hawks gegaan:
De mascotte, Humphrey The Hawk:
Ze spelen tegen de Yolo Highwheelers.
Het vage van baseball is dat de wedstrijden in blokken gaan. Het zal met de reisafstand te maken hebben. Ze spelen nu 12 dagen achter elkaar een wedstrijd tegen dezelfde tegenstander.
Ze hadden al 8x verloren en 2x gewonnen. En ook deze wedstrijd werd het niks. Gelukkig hadden ze een lekker ijsje en koud bier:
Dag 17 - Boise
Vanochtend was het nog steeds wat heiig:
We zijn naar The Peregrine Fund's World Center For Birds of Prey gegaan. Ze proberen hier vogels die door uitsterven worden bedreigd te redden. En om de boel een beetje te promoten hebben ze een aantal vogels. Zoals een uil waar ze een korte demonstratie mee doen:
Deze zat je de hele tijd aan te kijken:
Een Ornate Hawk-Eagle:
En een Gyrfalcon:
Daarna zijn we naar The Old Idaho Penitentiary Site gegaan. Deze gevangenis was open van 1872 tot 1973. Je kunt er nu een self-guided tour doen. De ingang waardoor gevangen naar binnen kwamen:
De binnenplaats, met de hoge muur en wachttoren:
De isoleercel, helemaal in het donker. Oorspronkelijk zaten hier soms 5 mannen tegelijk in opgesloten. Later werd het beperkt tot 1 per isoleercel.
Twee tommyguns:
Een rij met cellen:
In een cel zaten twee gevangenen opgesloten. Niet heel veel ruimte over. En ook niet echt lekker naar de plee gaan zo:
Een maximum security cel, vlak naast Death Row:
Ter dood veroordeelden werden hier opgehangen. Handen en voeten gebonden. Kap over hun hoofd en dan op het valluik staan:
Dan kan je beter een potje basketballen op de binnenplaats:
Bij sommige cellen hadden ze foto’s hangen van gevangenen:
Een blinde moordenaar:
De oudste cellen hadden zelfs geen WC:
Tussendoor een paar lemon pepper tenders van de Wingstop:
’S middags heb ik nog een rondje door de buurt gemaakt.
Het was inmiddels aardig warm. De rook die de laatste tijd voor de zon hing is weg en de temperatuur liep vandaag op naar 36 graden.
Een mooie neonreclame:
En een geschilderde gevel:
Ook nog een tijdje bij het zwembad gelegen:
’S avonds zijn we bij de Boise Riverwalk gaan kijken. Daar bleken een paar kleine meertjes te zijn aangelegd. Dat hadden we eerder moeten weten. Zag er best relaxed uit:
Als het zo warm is kun je beter geen snoep in de auto laten liggen:
’S avonds een burgertje bij de Habit Burger:
Een brandweerwagen om de hoek bij het hotel:
En een geinige schommel:
Inmiddels hebben we het in Boise ook wel gezien, dus het komt goed uit dat we morgen richting Portland gaan.
Dag 18 - Op weg naar Portland
Vandaag op tijd vertrokken om bijna 700 kilometer naar Portland te rijden. Het eerste stuk was in ieder geval 580 kilometer rechtdoor.
Het zijn saaie stukken rijden. En we hebben regelmatig van die maffe vrachtwagenchauffeurs die bergop zo nodig moesten inhalen.
De hele route gaat langs de Snake River:
Op een gegeven moment zie je in de verte Mount Hood liggen, ook wel de Mt. Fuji van Portland genoemd:
We hebben nog een stuk over de Historic Oregon US30 gereden. Dan rij je wat meer door de heuvels naast de snelweg.
The Rowena Loops. Dit deel is bijna 100 jaar geleden aangelegd:
Een stuk van 80 kilometer voor Portland gaat door de River Gorge National Scenic Area.
Je hebt daar ook de Multnomahwatervallen. Die moest je vooraf online reserveren. Maar de creditcards werden geweigerd, dus we zijn er op de gok heengereden. We mochten niet naar binnen, want stel je voor zeg: 1 extra toerist die even een foto wil maken vanaf de andere kant van de tunnel. Dat kan echt niet! Vanaf de parkeerplaats kon je 'm ook aardig zien.
Toen we Portland in reden zijn we nog even bij The Grotto gestopt. “Hey Jezus, waar is die grot?”. “Die kant op.”
Wel mooi gemaakt.
In 1924 besloten ze een stuk uit de rots te hakken en er een beeld in te zetten:
Maria was er ook:
Toen we de stad inreden kwamen we langs dit kunstwerk: The Little Prince. Het gerucht gaat dat hij rechtop zal worden gezet als de Portland Trail Blazers NBA kampioen worden, dat was voor het laatst in 1977.
Tegen vijven hebben we een rondje gelopen door het centrum. Langs The Pioneer Courthouse. Het staat er al sinds 1875.
Rondom staan beelden van dieren:
Een mooi modern gebouw, The Standard Plaza, met een gevel van aluminium en glas:
Veel kunst in de straat. “People’s Bike Library of Portland”:
“Here With Love”, 2021:
Waarschijnlijk om je af te leiden van alle zwervers die er lopen. Meer dan 6000 daklozen schijnen ze hier te hebben. “Lift You Up”:
‘Benson Bubblers’ op de openbare weg. In 1912 hebben ze er 20 geplaatst die samen bijna 70 miljoen liter water per jaar laten lopen:
Soms waan je je hier in New York:
Mooie straten ook:
Het Portlandia Statue. Het op een na grootste koperen standbeeld van de VS, op het Vrijheidsbeeld na. Het beeld is 10 meter hoog:
Er was een route door de stad uitgezet met dit soort kattenbeelden:
’S avonds zijn we bij Tanaka gaan eten, daar hadden ze Japanse tonkatsu:
Op weg terug naar het hotel, “La Lucha Sigue - The Fight Continues”:
Portland Downtown, Clean & Safe. Beide twijfelachtig:
Een leuk kunstwerk bij een cupcakewinkel:
En nog een op de hoek van de straat. “Pod Sculpture”. Je kan de onderkant een duw geven, dan gaan de stalen sprieten bovenop op en neer:
Mocht je last hebben van de gaten in de weg: bel de Pothole Hotline!
’S avonds zijn we nog even op het dak van het hotel gaan kijken. Wel een mooie ruimte, maar helaas niet veel te zien:
Dag 19 - Portland / Rip City
Na het lezen van wat reviews waarin werd gezegd dat hun auto was opengebroken op een openbaar parkeerterrein, hebben we de auto gisteravond toch maar even in een parkeergarage een kwartier lopen verderop gezet. Vanochtend kwamen we langs zo’n openbaar parkeerveld en er stond inderdaad een truck met een ingeslagen ruit:
We hebben een beetje rondgereden vandaag. Langs Mill Ends Park; lange tijd het kleinste parkje ter wereld. In 1948 begonnen als geintje, maar sinds 1976 een officieel stadspark:
De eerste dakloze was al vroeg op pad en had voor de gelegenheid een reclamebord meegenomen. Hij liep ermee alsof hij hem aan het uitlaten was:
We zijn we naar het stadion van de Portland Trail Blazers gereden. Even snel naar boven voor een foto. Rip City:
Iets verderop was het hoofdkwartier van Adidas, met een paar grote schoenen voor de deur:
We zijn bij The Duck Store geweest: de winkel van de University of Oregon:
In dezelfde mall, een Trump shirt. Op TV gaat het hier ook alleen maar over de verkiezingen. "Heeft Harris nu wel of niet bij Mc Donalds gewerkt?".
Bij het stoplicht, een Cadillac Coupe Deville:
We zijn nog even bij het Nike World Headquarters in Beaverton langsgereden:
Het is een enorme campus, met 75 gebouwen. Helaas hebben ze niks waar je als toerist naar binnen mag. Gemiste kans. Ze zouden hier mooie tentoonstellingen kunnen houden.
Een daklozententje langs de weg, middenin de stad, heel normaal hier:
Harvey The Giant Rabbit. Een 8 meter hoog konijn. De winkel waar hij bij hoorde lijkt, zoals zoveel winkels in deze regio, gesloten:
We zijn vandaag een paar keer over deze gigantische brug gekomen. De Marquam Bridge ligt 40 meter boven het water en de bovenste verdieping ligt daar nog 6 meter boven. Niet echt fijn om overheen te rijden, met die beelden van een instortende brug een paar maanden terug in het geheugen:
Een reclame in het centrum, "Keep Portland Weird". Ik zou zeggen: moedig ze nou niet aan:
Want weird, dat lukt ze wel, maar vooral ook: verpauperd. Overal liggen daklozen, of slaapplaatsen van daklozen:
Ze hebben wel een boel hoopvolle murals:
Maar er tegenover op straat lag deze. Linksboven op de foto is Voodoo Donuts, waar een security guard voor de deur staat om te zorgen dat er geen zwervers en/of junks binnen komen:
Blanchet House Food Kitchen:
En 50 meter verderop, in het centrum van de stad!
“There is always Hope”:
Vast, maar wat is de oplossing van dit probleem, waar Portand weinig aan lijkt te doen:
'S avonds wilden we eten bij Portland Burger:
Met een bar in de vorm van een gitaar:
Een burger eten:
Dat ging allemaal wel, maar op de kilometer tussen het hotel en het restaurant kom je zo 50 daklozen tegen. En terwijl je zit te eten staat er security voor de deur en kijk je uit op een aanstaande slaapplaats. Het is echt triest om te zien dat dit hier op zo'n grote schaal voorkomt.
’S avond ben ik nog even bij Powell’s Books gaan kijken. Deze winkel heeft 6300 vierkante meter aan boeken en ze hebben ruim 4 miljoen exemplaren op voorraad:
Daarna terug naar het hotel.
Een beetje tv kijken.
Dag 20 - Portland
Nog een dagje Portland. Vanochtend zijn we met een kabelbaantje naar een ziekenhuis en campus op een berg gegaan. Ze hebben zo’n 20.000 bezoekers per dag, dus leek het handig om een kabelbaan aan te leggen.
De kabelbaan gaat, over een afstand van 1000 meter, 150 meter omhoog:
Je hebt aardig uitzicht op de stad. Als het helder is kan je Mount Helens en Mount Hood zien, maar vandaag bleef het bij de snelweg:
Daarna zijn we naar de Portland Japanese Garden gegaan. De tuin is meer dan 50 jaar geleden aangelegd op de plaats van een oude dierentuin in Washington Park.
Een mooie bonsai:
Het zou een van de mooiste Japanse tuinen buiten Japan zijn. De Moon Bridge:
De Sapporo Pagode, die ze in 1964 hebben ontvangen vanuit de zusterstad in Japan:
Een zen tuin:
Heavenly Falls, een 12 meter hoge aangelegde waterval:
Daarna zijn we door de Rose Test Garden gelopen. Deze tuin is geopend in 1917 en ze hebben er nu meer dan 600 soorten:
De Frank Beach Memorial Fountain:
Vanaf het park zijn we een stukje verder het bos ingereden, ze hadden hier een paar mooie redwoods staan:
En nog iets verder, stond The Witch’s Castle: een vervallen huisje in het bos waar studenten op vrijdagavond feestjes houden:
’S avonds heb ik nog een kilometertje naar een brug gelopen voor een foto van het Portland bord. Onderweg nog een aardige mural:
Maar ja, het is niet echt lekker lopen, tussen de zwervers:
“I don't smile a lot, cause ain't nothin' pretty.
Got a purple heart for war, and I ain't never left the City.” - 50 Cent
Op sommige stukken stonden hele ladingen van die gasten bij elkaar. Dus daar ben ik zelf maar een beetje hard rochelend en kuchend, neus ophalend tussendoor gelopen. Ik dacht: als ik minstens net zo gek doe dan zullen ze wel denken dat ik erbij hoor.
Tussen al het zwervergeweld. Misschien niet verkeerd in deze bende:
Als afsluiter nog een ijsje bij Ben & Jerry’s:
De foto van het Portland Sign:
En dan wens ik ze hier succes met de bende:
Dag 21 - Naar huis
Een rustige ochtend op weg naar het vliegveld. We hadden nog wat flesjes drinken, bagels en snoep over dus op weg naar de parkeergarage heb ik een gast die met z'n hond voor de deur bij de CVS zat gevraagd of hij 't wilde hebben, aangezien ik terug naar huis ging. En die was er blij mee. "Thanks man, I appreciate it. Have a nice day." Toen ik wegliep riep ik me nog na: "Have a safe trip!"
PDX Airport is onlangs voor 2 miljard dollar verbouwd. Ze hebben er een 9 hectare groot houten plafond in gemaakt, van hout uit de regio.
Alles ging mooi op tijd. We vliegen om 14:20. Boarden om 13:25.
No comments:
Post a Comment