Een dagje in Idaho. Vanochtend zijn we naar het Warhawk Museum gegaan.
Het museum is in 1989 geopend, door een vliegtuigverzamelaar. Die beschilderde neuzen zijn echt indrukwekkend.
Door de jaren heen hebben ze steeds meer oorlogsspullen gekregen. Veel uniformen, van oud militairen. Ze hebben bij veel tentoonstellingen ook mappen hangen met het verhaal van de militair van wie het uniform was erbij:
Een oude driedekker. Een Fokker DR.1 uit Deutschland:
Ze hadden meerdere Purple Hearts, toegekend aan militairen die gewond of overleden zijn tijdens een actie tegen een vijand:
Mooie oude jasjes met emblemen:
Een Packard Eight uit 1930.
Er zijn er 15.371 van gemaakt. De auto kostte destijds $2385.
Een Duitse Luger P08:
Adolf het stinkdier:
Er hing een trouwjurk die was gemaakt van een zijden Japanse parachute die een Amerikaanse soldaat had meegenomen:
Een mooie patch:
Stinkdier:
Een Willy MB. Echt een heel klein Jeepje. Er zijn er 600.000 van gebouwd tijdens de Tweede Wereldoorlog:
Op de snelweg kwamen we deze tegen, een tankwagen van Stinker: de lokale convenience stores en truckstops.
’S avonds zijn we naar een wedstrijd van de Boise Hawks gegaan:
De mascotte, Humphrey The Hawk:
Ze spelen tegen de Yolo Highwheelers.
Het vage van baseball is dat de wedstrijden in blokken gaan. Het zal met de reisafstand te maken hebben. Ze spelen nu 12 dagen achter elkaar een wedstrijd tegen dezelfde tegenstander.
Ze hadden al 8x verloren en 2x gewonnen. En ook deze wedstrijd werd het niks. Gelukkig hadden ze een lekker ijsje en koud bier:
No comments:
Post a Comment